Ritsen

Wanneer we twee aan twee rijden en de weg smaller wordt of er is veel verkeer, dan kan de voorste renner of een wegkapitein het rits-signaal geven. We schuiven dan vlot en soepel in elkaar en vormen één enkele rij renners.

Het signaal om te gaan ritsen

Ritsen!
Wanneer de weg te smal is om veilig naast elkaar te rijden, gaan we achter elkaar rijden.
De voorste renner steekt 1 vinger in de lucht of een wegkapitein roept "RITSEN". De groep geeft vervolgens het roepsignaal door. We ritsen liever een keer te veel dan te weinig.

Vervolgens schuiven we als volgt in elkaar

Ritsen

De renners die links rijden laten zich afzakken om achter hun buurman/vrouw in te voegen.

De renners die rechts rijden zorgen dat er ruimte ontstaat om in te voegen, door vooraan in de rij iets sneller te gaan rijden en achteraan iets langzamer.

Weer naast elkaar gaan rijden

Twee!
Wanneer de groep op een lint rijdt en er is weer genoeg ruimte om naast elkaar te rijden, geeft de renner die het "RITSEN" signaal gaf het "TWEE" signaal.
Dit signaal wordt gegeven door 2 vingers in de lucht te steken (indien degene die het commando geeft vooraan rijdt) of door "TWEE" te roepen.