Signalen

Omdat je minder overzicht hebt wanneer je in een groep rijdt, maken we gebruik van heldere hand- en roepsignalen, zodat we als groep snel kunnen reageren op onze omgeving.

Geef signalen áltijd door, ook als je denkt dat het in een bepaald geval niet nodig is of als je met iemand aan het praten bent.

We hebben onze signalen hieronder opgesplitst in signalen die je aandacht vragen en signalen waarbij we als groep moeten manoeuvreren.

Aandacht signalen Manoeuvreer signalen

Aandacht signalen

Obstakel rechter voorzijde
Voor!
Wanneer er iets of iemand aan de rechter voorzijde opduikt waar we rekening mee moeten houden.
Bijvoorbeeld een fietser met een lagere snelheid, een wandelaar of een geparkeerde auto.
Obstakel linker voorzijde
Tegen!
Wanneer er iets of iemand aan de linker voorzijde opduikt waar we rekening mee moeten houden.
Meestal een tegenligger maar mogelijk ook een object zoals een bouwcontainer.
Verkeer vanaf achterzijde
Achter!
Wanneer een auto of fietser de groep vanaf de achterzijde in gaat halen, roept de eerste die dit waarneemt "achter".
Dit voorkomt schrikreacties en wanneer er te breed wordt gereden, kunnen we dit tijdig corrigeren.
Paaltjes, gaten, takken e.d.
Paaltje!
Wanneer er iets mogelijk gevaarlijks op ons pad komt, wijzen we het object aan zodat renners achter ons het kunnen ontwijken.
Het meest voorkomend zijn autowerende verkeerspaaltjes. Deze worden altijd benoemd en aangewezen omdat je deze midden in de groep makkelijk over het hoofd ziet.

Manoeuvreer signalen

Linksaf slaan
Links!
Wanneer we als groep een afslag nemen, wordt dit tijdig geroepen en wijzen we met onze arm naar links.
Geen signaal betekent rechtdoor.
Rechtsaf slaan
Rechts!
Wanneer we als groep een afslag nemen, wordt dit tijdig geroepen en wijzen we met onze arm naar rechts.
Geen signaal betekent rechtdoor.
Stoppen
Stop!
Wanneer er lek is gereden, voor een plaspauze of er is iets anders waarvoor we moeten stoppen.
Alleen de voorste renner steekt zijn vuist in de lucht, de rest houdt zijn handen bij de remmen. Ga niet midden op de weg, het fietspad of in een bocht stilstaan, maar kies een overzichtelijke uitrit of berm.
Op een lint gaan rijden
Ritsen!
Wanneer de weg te smal is om veilig naast elkaar te rijden, gaan we achter elkaar rijden.
De voorste renner steekt 1 vinger in de lucht of een wegkapitein roept "RITSEN". De groep geeft vervolgens het roepsignaal door. We ritsen liever een keer te veel dan te weinig. Zie hier hoe dit werkt.
Twee aan twee gaan rijden
Twee!
Wanneer de groep op een lint rijdt en er is weer genoeg ruimte om naast elkaar te rijden, geeft de renner die het "RITSEN" signaal gaf het "TWEE" signaal.
Dit signaal wordt gegeven door 2 vingers in de lucht te steken (indien degene die het commando geeft vooraan rijdt) of door "TWEE" te roepen.
Vaart minderen
Rustig!
Wanneer de groep de snelheid moet verlagen, bijvoorbeeld omdat we incompleet zijn door een verkeersvertraging of iemand die het niet bij kan houden, dan houden we in tot de groep weer compleet is.
Dit signaal wordt vaak opgevolgd door het "COMPLEET" signaal.
De groep is weer compleet
Compleet!
Wanneer de groep incompleet was en zojuist weer bij elkaar is, dan is dit het teken dat we weer op tempo kunnen gaan rijden.
Dit voorkomt dat iedereen achterom moet gaan zitten kijken en minder oog heeft voor de omgeving.
De oversteek is vrij van verkeer
Vrij!
Wanneer we oversteken en de weg vrij is van direct inkomend verkeer.
Kijk altijd zelf of de weg echt vrij is voordat je oversteekt!